Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO1295

Datum uitspraak2003-12-24
Datum gepubliceerd2004-01-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200308443/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 20 oktober 2003, kenmerk 2003\SOB 10685, verzonden op 31 oktober 2003, heeft verweerder aan verzoekster 6 lasten opgelegd op straffe van een dwangsom. Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Bij brief van 9 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 15 december 2003, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 december 2003, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigde], is verschenen.


Uitspraak

200308443/1. Datum uitspraak: 24 december 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: [verzoekster], gevestigd te [plaats], en het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 20 oktober 2003, kenmerk 2003SOB 10685, verzonden op 31 oktober 2003, heeft verweerder aan verzoekster 6 lasten opgelegd op straffe van een dwangsom. Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Bij brief van 9 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 15 december 2003, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 december 2003, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigde], is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Op grond van het verhandelde ter zitting gaat de Voorzitter er van uit dat de opslag aan de Dooiweg inmiddels is verplaatst naar elders. 2.2. Het dictum van het dwangsombesluit strekt er toe dat binnen acht weken onder meer een akoestische rapportage, een bodemonderzoek en een representatieve plattegrondtekening dienen te worden overgelegd, op straffe van een dwangsom, ongeacht een eventuele verplaatsing. De termijn van acht weken eindigt op 26 december 2003. 2.3. Bij de beslissing op bezwaar kan de verplaatsing een wezenlijke rol spelen bij de afweging in hoeverre de thans opgelegde lasten zullen worden gehandhaafd. In afwachting daarvan ziet de Voorzitter, na afweging van de betrokken belangen, aanleiding tot het treffen van de onder 3 weergegeven voorlopige voorziening. 2.4. Van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is niet gebleken. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal van 20 oktober 2003, kenmerk 203SOB 10685; II. gelast dat de gemeente Veenendaal aan verzoekster het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 232,00) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. H. Beekhuis, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.G. Stolker, ambtenaar van Staat. w.g. Beekhuis w.g. Stolker Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 24 december 2003 157.